A|A|A
kinderneurologie

 

 

 

 

 



Ziektenbeelden

Vraag om informatie

Gastenboek

Van A tot en met Z

Praktische links

Contact met ouders

Spinale subdurale bloeding

 

Wat is een spinale subdurale bloeding?
Een spinale subdurale bloeding is een bloeding tussen het harde vlies en het zachte vlies wat rondom het ruggenmerg in de wervelkolom ligt.

Hoe wordt een spinale subdurale bloeding ook wel genoemd?
Een spinale subdurale bloeding wordt ook wel een spinaal subduraal hematoom genoemd. Het woord spinaal geeft aan dat het gaat om een afwijking in de wervelkolom. De term sub betekent onder, dura is het medische woord voor het harde vlies rondom het ruggenmerg. Het woord hematoom is het medische woord voor een bloeding.

Spinaal epiduraal hematoom
Wanneer de bloeding tussen het bot van de wervelkolom en het harde hersenvlies zit, wordt gesproken van een spinaal epiduraal hematoom. Dit is een ander type bloeding dat de spinale subdurale bloeding.

Hoe vaak komt een spinale subdurale bloeding voor?
Het is niet goed bekend hoe vaak een spinale subdurale bloeding voor komt bij kinderen of volwassenen. Het is een vrij zeldzaam voorkomende bloeding. Kleine spinale subdurale bloedingen zullen vaak weinig klachten geven, waarvoor mensen geen hulp van een arts zoeken. Mogelijk komt een spinale subdurale bloeding dus wel wat vaker voor dan gedacht wordt.

Bij wie wordt een spinale subdurale bloeding gezien?
Een spinale subdurale bloeding kan zowel bij kinderen als volwassenen voorkomen. Op de kinderleeftijd wordt het vaker gezien bij tieners dan bij jongeren kinderen.
Zowel jongens als meisjes, mannen als vrouwen kunnen deze spinale subdurale bloeding krijgen.

Wat is de oorzaak van een spinale subdurale bloeding?
Verschillende oorzaken
Er bestaan verschillende oorzaken die allemaal kunnen zorgen voor het ontstaan van een spinale subdurale bloeding zoals een vaatmalformatie, een bloedstollingsstoornis, een ruggenprik of als gevolg van kanker in de wervelkolom.

Vaatmalformatie
Bij een deel van de mensen die een spinale subdurale bloeding heeft gekregen is deze bloeding gekomen door een scheurtje in afwijkende bloedvaatjes die gemakkelijker scheuren. Een kluwen van afwijkende bloedvaatjes wordt ook wel een vaatmalformatie genoemd. Er bestaan verschillende soorten vaatmalformaties, de meest voorkomende is een arterioveneuze vaatmalformatie. Hierbij sluit een slagader meteen aan op een ader en ziet hier niet zoals gebruikelijk een netwerk van haarvaatjes tussen. Door deze vaatmalformatie stroomt het bloed veel harder dan gebruikelijk, waardoor een bloedvat kan knappen en er een bloeding ontstaat.

Bloedstollingsstoornis
Kinderen en volwassenen met een bloedstollingsstoornis hebben ook een grotere kans om een spinale subdurale bloeding te krijgen. Wanneer er een klein scheurtje ontstaat in een bloedvat, bijvoorbeeld als gevolg van een val of klap op de rug, dan kan er een kleine bloeding ontstaan. Normaal gesproken zorgt het lichaam snel voor een bloedstolsel op deze bloeding, waardoor de bloeding niet groter wordt en er niet meer klachten ontstaan. Bij kinderen en volwassenen met een bloedstollingsstoornis gebeurt dit minder goed en ontstaat een grotere bloeding. Hierdoor ontstaan wel klachten.
Voorbeelden van bloedstollingsstoornissen zijn de ziekte van Von Willebrand, hemofilie, trombocytopenie.
De bloedstolling kan ook verstoord zijn door het gebruik van bloedstollingsremmende medicijnen (ook wel bloedverdunnende medicijnen genoemd), zoals acetosal, NOAC’s of acenocoumarol.

Ruggenprik
Zelden ontstaat een spinale subdurale bloeding als gevolg van het krijgen van een ruggenprik. Tijdens de ruggenprik moet de naald door het harde en door het zachte vlies rondom het ruggenmerg heen om bij de ruimte te komen waar de vloeistof ligt. Onderweg kan de naald een bloedvat raken, waardoor een bloeding ontstaat. Wanneer dit gebeurt, ontstaat meestal een kleine bloeding, waar mensen behalve rugpijn vaak weinig last van hebben. Wanneer dit kind of volwassene een bloedstollingsstoornis of vaatmalformatie heeft, zonder dat dit bekend is kan een grotere bloeding ontstaan.
Een spinale subdurale bloeding kan ook het gevolg zijn van een ruggenprik die nodig is tijdens een operatie om lokaal verdoving te krijgen in een deel van het lichaam, zonder dat algehele narcose nodig is.

Kanker
Volwassenen met kanker in de rug, vaak gaat het om uitzaaiingen van een ander soort kanker, hebben ook een vergrote kans om een spinale subdurale bloeding te krijgen. Uitzaaiingen van kanker groeien vaak snel en in deze uitzaaiingen worden bloedvaatjes aangemaakt die van slechte kwaliteit zijn. Deze bloedvaatjes knappen ook gemakkelijker, waardoor een spinale subdurale bloeding kan ontstaan.

Uitzakken subdurale bloeding in de hersenen
Soms komt een spinale subdurale bloeding samen voor met een subdurale bloeding in de hersenen. Mogelijk is er dan sprake van uitzakken van bloed van de hoofd naar het ruggenmerg. Meestal zullen er ook klachten zijn van hoofdpijn die een aanwijzing geven dat er ook in de hersenen iets aan de hand is.

Ongeval
Een spinale subdurale bloeding kan ook het gevolg zijn van een ongeval waarbij er een harde klap op de wervelkolom ontstaat. Op kinderleeftijd moet ook aan kindermishandeling worden gedacht.

Operatie
Een operatie aan de wervelkolom kan ook de oorzaak zijn voor het ontstaan van een spinale subdurale bloeding.

Kleine aanleiding
Wanneer een kind of een volwassene een vaatmalformatie heeft of een bloedstollingsstoornis heeft, dan kan een kleine aanleiding zoals een val op de rug, een harde klap op de rug of soms heel hard hoesten of niezen voldoende zijn om een bloedvaatje te laten knappen en een spinale subdurale bloeding te laten ontstaan.

Geen oorzaak te vinden
Bij een deel van de kinderen en de volwassenen met een spinale subdurale bloeding valt geen oorzaak te vinden ondanks uitgebreid onderzoek naar het vinden van een oorzaak. In dit geval wordt gesproken van een idiopathische spinale subdurale bloeding.

Borstwervelkolom
Een spinaal subduraal hematoom wordt meestal gevonden ter hoogte van de borstwervelkolom en veel minder vaak ter hoogte van de wervelkolom in de nek of in de rug.

Welke ruimte
Rondom het ruggenmerg liggen twee vliezen, het harde (dura genoemd) en het zachte vlies (arachnoïdea genoemd). Op deze manier zijn er drie ruimtes te onderscheiden tussen het bot en het ruggenmerg. De ruimte tussen het zachte vlies en het ruggenmerg wordt de subarachnoïdale ruimte genoemd. De ruimte tussen het harde en het zachte vlies de subdurale ruimte en de ruimte die kan ontstaan door een bloeding tussen het bot en het harde hersenvlies de epidurale ruimte.
De spinale subdurale bloeding zit tussen het harde en het zachte vlies rondom het ruggenmerg in.  Er wordt gedacht dat de bloeding waarschijnlijk ontstaat in de ruimte tussen het zachte vlies en het ruggenmerg zelf. Deze ruimte heet dus de subarachnoïdale ruimte. In deze ruimte lopen veel bloedvaatjes en hier kan dus gemakkelijker een bloeding ontstaan. Omdat het zachte vlies heel dun is, kan de bloeding gemakkelijk door dit zachte vlies heen gaan en in de ruimte ernaast (subdurale ruimte) terecht komen. Op scans wordt vaak namelijk bloed in beide ruimtes gezien. Maar het zou ook kunnen zijn dat de bloeding wel in de subdurale ruimte ontstaat en dan door het zachte vlies heen gaat naar de subarachnoïdale ruimte. De artsen zijn het hier nog niet over eens.

Druk op het ruggenmerg
Door de bloeding wordt het ruggenmerg aan de kant gedrukt of samengedrukt. Door het samendrukken kan het ruggenmerg niet meer goed functioneren. In het ruggenmerg lopen zenuwbanen die er voor zorgen dat de spieren in de armen en de benen worden aangestuurd. Ook lopen er zenuwbanen die gevoel van de armen en benen en buik/rug naar de hersenen toe sturen. Daarnaast zijn er benen die regelen dat we kunnen plassen en poepen en dat de huid de juiste temperatuur heeft. Wanneer een of meerdere van deze banen onder druk komt te staan, kunnen deze functies onder de plaats van de bloeding uitvallen.

Welke klachten geeft een spinale subdurale bloeding?
Rugpijn
Rugpijn is de meest voorkomende klacht als gevolg van het krijgen van een acute spinale subdurale bloeding. Vaak ontstaat deze rugpijn ineens. Het gaat om een scherpe hevige rugpijn. Omdat de meeste spinale subdurale bloedingen ter hoogte van de borstwervelkolom zitten, zit de rugpijn ook meestal ter hoogte van de wervelkolom van de borstkas. De rugpijn kan uitstralen naar de voorkant van de rug in een soort bandvorm. Hoesten, niezen of persen geeft vaak toename van deze uitstralende pijn. Wanneer de bloeding in de wervelkolom van de lage rug zit, kan de pijn ook uitstralen naar de benen, zelden zit de bloeding in de wervelkolom van de nek, dan kan de pijn ook uitstralen naar de armen.

Krachtsverlies
In het ruggenmerg lopen zenuwbanen die naar de spieren toe gaan en de spieren aanzetten tot bewegen. Wanneer deze banen onder druk komen te staan als gevolg van de spinale subdurale bloeding dan kan er krachtsverlies ontstaan. Vaak zit de spinale subdurale bloeding in de borstwervelkolom. Ter plaatse lopen alleen nog de zenuwbanen die naar de spieren van de benen toe gaan, die van de armen zijn al gestopt ter hoogte van de wervelkolom van de nek. Daardoor hebben kinderen en volwassenen met een spinale subdurale bloeding vaak last van krachtsverlies in de benen. De spieren worden niet meer aangestuurd en zij dus slap. Kinderen en volwassenen zakken door hun benen heen en kunnen niet meer goed op de benen staan. Soms doen alle spieren mee, soms niet alle spieren tegelijkertijd. In het rechter en het linkerbeen hoeven niet dezelfde spieren een probleem te hebben. Gedeeltelijk krachtsverlies in beide benen wordt ook wel een partiele dwarslaesie genoemd.
Zelden zit de bloeding ter hoogte van de wervelkolom van de nek, dan kan ook krachtsverlies in de armen ontstaan.

Veranderd gevoel
In het ruggenmerg lopen ook banen die het gevoel van de benen doorgeven in de richting van de hersenen. Door de bloeding kan het gevoel in de benen veranderen. Kinderen en volwassenen kunnen delen van het been niet meer goed voelen, deze delen voelen verdoofd aan.  Ook kan een veranderd gevoel in de benen aanwezig zijn, zoals een kriebelend gevoel of het gevoel alsof de benen veel dikker zijn dan gebruikelijk. Door dit veranderde gevoel is staan en lopen ook moeilijk, zelfs als er geen krachtsverlies is.

Problemen met plassen en poepen
In het ruggenmerg lopen ook zenuwen die regelen dat we kunnen plassen of poepen. Als gevolg van een spinale subdurale bloeding kan plassen of poepen niet goed meer lukken. Wanneer plassen niet lukt, dan kan de blaas steeds voller raken. Dit geeft vaak buikpijnklachten. Zo’n volle blaas wordt een retentieblaas genoemd. Uiteindelijk raakt de blaas zo vol, dat de blaas door zijn volheid toch leeg gaat lopen.

Veranderde huid temperatuur
De zenuwen in het ruggenmerg regelen ook de temperatuur van de huid, de doorbloeding van de benen en de groei van haren en nagels. Dit proces kan ook verstoord raken door de spinale subdurale bloeding. De huid van de benen kan koud aanvoelen. Ongemerkt kan er veel bloed in de benen blijven staan, waardoor dit bloed niet terug komt in het hart en de bloeddruk lager kan worden.

Hoe wordt de diagnose spinale subdurale bloeding gesteld?
Verhaal en onderzoek
Op grond van het verhaal van een kind of volwassene die acuut hevige pijn in de rug heeft gekregen in combinatie met problemen met lopen, voelen, plassen of poepen, kan worden vermoed dat er sprake is van een probleem in de rug. Hiervoor kunnen meerdere oorzaken zijn, zodat het nodig zal zijn om aanvullend onderzoek te verrichten om te achterhalen wat er aan de hand is.

MRI-scan
Op een MRI scan van de wervelkolom is te zien dat er bloed zit rondom het ruggenmerg tussen het harde en het zachte vlies van het ruggenmerg. Vaak zit er ook een beetje bloed tussen het zachte vlies en het ruggenmerg zelf. Meestal bevindt de bloeding zich ter hoogte van de borstwervelkolom, zelden in de wervelkolom ter hoogte van de nek of de lage rug.
Op een dwarse opname (transversale opname) kan een bloeding soms het omgekeerde mercedes benz teken geven.
Met behulp van een speciale MRI-techniek (MRA genoemd) kan gekeken worden of er aanwijzingen zijn voor een vaatafwijking die de oorzaak is geweest van de bloeding. Vaak is dit op moment van de bloeding zelf lastig te zien. Het kan dan nodig zijn om meerdere weken later, wanneer het lichaam de bloeding heeft opgeruimd nog een keer een MRI te maken om te kijken of dan alsnog een vaatafwijking te vinden is.
Wanneer uitzaaiingen van kanker de oorzaak zijn van de spinale subdurale bloeding, dan wordt dit ook zichtbaar op de MRI scan.

Angiografie
Wanneer er aanwijzingen zijn dat er sprake is van een vaatafwijking, dan kan het nodig zijn om een speciaal bloedvat onderzoek uit te voeren via een katheter in de lies. Dit onderzoek wordt angiografie genoemd. Op deze manier kunnen de bloedvaten rondom het ruggenmerg nog beter bekeken worden.

Bloedonderzoek
Wanneer een kind of een volwassenen een spinale subdurale bloeding heeft zonder duidelijk aanwijsbare reden, dan zal vaak bloedonderzoek plaats vinden naar aandoeningen die een gestoorde bloedstolling geven. Er zal gekeken worden naar de hoeveelheid bloedplaatjes, de werking van de bloedplaatjes en naar verschillende stollingsfactoren.

Hoe wordt een spinale subdurale bloeding behandeld?
Afwachten
Een kleine spinale subdurale bloeding die nauwelijks op het ruggenmerg geeft en weinig klachten veroorzaakt, hoeft niet behandeld te worden. Het lichaam is in staat om een kleine bloeding vanzelf in de loop van enkele weken op te ruimen. Het kind of de volwassene met een spinale subdurale bloeding zal wel goed in de gaten gehouden moeten worden in een ziekenhuis, om te beoordelen of de spinale subdurale bloeding niet groter gaat worden en als nog een behandeling nodig heeft.

Dexametason
Soms wordt het medicijn dexametason gegeven om de druk op het ruggenmerg als gevolg van een kleine spinale subdurale bloeding te verminderen, zodat een operatie niet nodig is.

Operatie
Wanneer een spinale subdurale bloeding veel klachten veroorzaakt en het ruggenmerg te veel samendrukt wordt, zal vaak gekozen worden voor een operatie. Zo’n operatie wordt uitgevoerd door de neurochirurg. Tijdens de operatie wordt de ruimte tussen het harde en het zachte hersenvlies schoon gespoeld. Ook kan de neurochirurg kijken of er afwijkende bloedvaatjes worden gezien.

Pijnbestrijding
Met behulp van medicijnen wordt de rugpijn als gevolg van de spinale subdurale bloeding zo veel mogelijk onderdrukt. Paracetamol is vaak niet voldoende. NSAID’s zoals diclofenac zijn ook een beetje bloed verdunnend zodat deze beter niet gebruikt kunnen worden bij kinderen en volwassenen met een spinale subdurale bloeding. Daarom is de volgende stap wanneer paracetamol onvoldoende werkt het medicijn tramadol of morfine.

Plassen
Als gevolg van de spinale subdurale bloeding kan plassen moeilijker gaan. Er zal dus goed opgelet moeten worden of het kind of de volwassene voldoende plast. Er bestaat een speciaal echo-apparaatje (bladder scan genoemd) waarmee snel en gemakkelijk gemeten kan worden hoeveel plas er nog in de blaas zit. Als blijkt dat het kind of de volwassene onvoldoende de blaas leeg kan plassen, dan zal door middel van een katheter de plas uit de blaas gehaald moeten worden. Vaak is het nodig om dit een aantal maal op een dag te doen.

Poepen
Poepen kan ook lastiger gaan als gevolg van het hebben van deze bloeding en/of als gevolg van het krijgen van morfine als pijnstiller. Vaak zal het nodig zijn om zakje te gebruiken met de stof macrogol om te zorgen dat de ontlasting soepel blijft en uit het lichaam komt. Soms is het ook nodig om aanvullend te werken met zetpillen of klysma’s om verstopping van de ontlasting te voorkomen.

Lichaamstemperatuur
De temperatuur in de benen kan als gevolg van de bloeding minder goed geregeld worden. De benen kunnen hierdoor gemakkelijk afkoelen. Warme kleding of een warme deken kan dit helpen te voorkomen. Het is wel belangrijk om te controleren dat de benen weer niet te warm worden.

Behandeling vaatmalformatie
Wanneer een vaatmalformatie de oorzaak is van het ontstaan van de spinale subdurale bloeding, dan zal gekeken moeten worden hoe deze vaatmalformatie behandeld moet worden. Vaak wordt dit bekeken door een team van artsen die ervaren zijn in het behandelen van vaatmalformaties. Er bestaan verschillende mogelijkheden om een vaatmalformatie te behandelen zoals een operatie door de neurochirurg, het afsluiten van afwijkende bloedvaatjes met een soort lijm of bestralen van de afwijkende bloedvaatjes. Combinaties van behandelingen kunnen ook nodig zijn.

Behandeling stollingsstoornis
Wanneer er sprake is van een stollingsstoornis, dan zal geprobeerd worden deze stollingsstoornis te behandeling met medicijnen. Deze behandeling wordt gecoördineerd door een arts die veel ervaring heeft met stollingsstoornissen, een hematoloog.
Wanneer er medicijnen werden gebruikt die het bloed ontstolden, dan zal bekeken moeten worden of deze medicijnen nog echt nodig zijn. Wanneer dat het geval is, dan zal bekeken moeten worden wanneer deze medicijnen weer herstart kunnen worden.

Fysiotherapie
Met behulp van een fysiotherapeut kunnen de spieren bij krachtsverlies weer getraind worden en kan het kind of de volwassenen geleidelijk aan weer leren om te lopen.

Revalidatiearts
Een revalidatiearts coördineert de verschillende therapievormen. Tijdens de herstelfase kunnen kinderen en volwassenen therapie krijgen om het herstel te bevorderen in het revalidatiecentrum.

Begeleiding
Een maatschappelijk werkende of een psycholoog kunnen begeleiding geven bij het verwerken van besef dat uw kind een spinale subdurale bloeding heeft en de consequenties die dat heeft voor uw kind en voor de rest van het gezin.

Contact met andere ouders
Door het plaatsen van een oproep op het forum van deze site kunt u proberen in contact te komen met andere kinderen en ouders of volwassenen die een spinale subdurale bloeding hebben (gehad).

Wat betekent het hebben van een spinale subdurale bloeding voor de toekomst?
Herstel
In de weken na het ontstaan van de spinale subdurale bloeding zal geleidelijk aan herstel gaan optreden. Bij sommige kinderen en volwassenen gaat het herstel vlot, bij anderen gaat het veel langzamer. Dit hangt ook sterk af van de grootte van de spinale subdurale bloeding en de conditie van het kind of de volwassene. Het herstel gaat in de eerste maanden na een spinale subdurale bloeding het snelst, daarna gaat het herstel in een langzamer tempo. Met behulp van therapie en revalidatie zal geprobeerd worden dit herstel zo goed mogelijk te laten verlopen en het kind of de volwassenen zo goed mogelijk met de beperkingen leren om te gaan.

Restverschijnselen
Het herstel na een spinale subdurale bloeding is vaak vrij goed, maar niet altijd volledig.  Er kunnen rest verschijnselen aanwezig blijven zoals krachtsverlies, gevoelsveranderingen, problemen met plassen of poepen, veranderde huid temperatuur of veranderde groei van haren en nagels. Min of meer kan aangehouden worden dat klachten die een tot twee jaar na het ontstaan van de spinale subdurale bloeding nog aanwezig zijn, blijvende klachten zijn.

Syringomyelie
Na het doormaken van een spinale subdurale bloeding bestaat er een verhoogde kans dat er een syringomyelie ontstaat in het ruggenmerg. Dit is een verwijding van de holte die normaal midden in het ruggenmerg aanwezig is. Hierdoor kunnen opnieuw uitvalsverschijnselen ontstaan enkele maanden of jaren na het doormaken van een spinale subdurale bloeding.

Nieuwe spinale subdurale bloeding
Het zal afhangen van de oorzaak of er een kans bestaat op het opnieuw krijgen van een nieuwe spinale subdurale bloeding. In praktijk is er en licht verhoogde kans om nog een keer een spinale subdurale bloeding te krijgen.  

Levensverwachting
Een spinale subdurale bloeding heeft in de regel geen gevolgen voor de levensverwachting. Een spinale subdurale bloeding in de halswervelkolom, kan wel van invloed zijn op de levensverwachting.

Hebben broertjes en zusjes ook een vergrote kans om een spinale subdurale bloeding te krijgen?
De oorzaak van het ontstaan van een spinale subdurale bloeding is zelden een erfelijke oorzaak. Er kan wel sprake zijn van een erfelijke oorzaak in geval van een aangeboren bloedstollingsstoornis of een vaatmalformatie. Maar zelfs als er sprake is van een bloedstollingsstoornis of een erfelijke vaatmalformatie syndroom, dan nog is de kans klein dat een spinale subdurale bloeding ontstaat.
In praktijk zullen broertjes en zusjes geen verhoogde kans hebben op het krijgen van een spinale subdurale bloeding.

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

Referenties

  1. Predictors of Outcome in Nontraumatic Spontaneous Acute Spinal Subdural Hematoma: Case Report and Literature Review. Pereira BJ, de Almeida AN, Muio VM, de Oliveira JG, de Holanda CV, Fonseca NC. World Neurosurg. 2015
  2. Spinal Subdural Hematoma in Nonaccidental Trauma.Agarwal A, Thamburaj K, Kanekar S.Pediatr Neurol. 2016;55:78-9
  3. Syringomyelia following surgery for a spontaneous spinal subdural hematoma in a 13-year-old girl with congenital von Willebrand disease: case report and literature review. Ben Nsir A, Boubaker A, Jemel H. Childs Nerv Syst. 2016;32:727-31

Laatst bewerkt op 1 mei 2019 voorheen: 2 april 2016

 

Auteur: JH Schieving

 

Hier is ruimte voor
Uw verhaal

Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.